Arbeidsrecht: Zoen je collega niet (ongewenst) op de mond = ontbinding wegens verstoorde arbeidsrelatie

Aanleiding: Na het kerstdiner zoent een werknemer een stagiaire tegen haar wil op de mond, waarna deze werknemer de stagiaire vervolgens in het café redelijk hulpeloos achterlaat. Werknemer toont berouw en werkgever geeft hem een officiële waarschuwing én een tweede kans.

Ontbinding: Hiermee blijkt de kwestie niet opgelost en de werkgever vraagt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Primair wegens ernstig verwijtbaar handelen (e-grond) en subsidiair wegens verstoorde verhoudingen (g-grond).

Oordeel: De kantonrechter passeert de e-grond. De werkgever zag immers eerder geen aanleiding om het voorval aan te grijpen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen; met de officiële waarschuwing is het incident afgedaan. Hoewel de werknemer stelt te willen werken aan het oplossen van de verstoorde verhoudingen, ziet de kantonrechter dat anders. Mede wegens de grimmige verwijten tussen partijen tijdens de procedure en de kleine werkomgeving (waardoor herplaatsing geen optie was) kon voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van de werkgever worden gevergd.

De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden onder toewijzing van de transitievergoeding.

(Uitspraak: https://lnkd.in/gmMvQwG)