Hof Amsterdam mocht recent weer oordelen in een situatie van een werknemer die als feitelijk beleidsbepaler (art. 2:248 lid 7 BW) zich bezig hield met typische bestuurszaken. De onderneming ging failliet en hoewel de werknemer hard riep ‘maar een gewone werknemer te zijn’ en geen bestuurder, werd hij veroordeeld tot betaling van het boedeltekort.
Wat ging hier mis? De werknemer maakte deel uit van het management team. De bemoeienissen van de werknemer gingen echter veel verder dan die van een werknemer in een dergelijke (leidinggevende) positie. Hij hakte in het MT de knopen door en presenteerde zich ook naar buiten toe als beleidsbepaler.
Verder staat vast dat de jaarrekening 2010 niet was gedeponeerd (2:394 BW) en er geen of nauwelijks enige boekhouding boven tafel was gekomen (2:10 BW). Dit resulteert in het oordeel dat de werknemer zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en hij wordt veroordeeld tot betaling van het boedeltekort in het faillissement.
Uitspraak: https://lnkd.in/gFb9HNs